
CONTACT
Onze administratieve zetel is gelegen te 1000 Brussel, Renaissancelaan 30
info@aia-polytech.be
Onze administratieve zetel is gelegen te 1000 Brussel, Renaissancelaan 30
info@aia-polytech.be
Het idee prijzen toe te kennen werd door E. Thomas (96 AG) in 1949 voorgesteld, en door R. Bureau (86 AG) in 1954 hernomen. Een commissie, die belast werd met de studie van deze suggestie, werkte in 1955 het eerste toewijzingsreglement uit voor de prijs, die ieder jaar het beste afstudeerwerk van een jonge politechnicus moest belonen. Dit reglement werd weinig gewijzigd, met uitzondering van het toegekende bedrag. Tot in 1995 zal de prijs zijn oorspronkelijke naam dragen: “Prijs van de Applicatieschool van de Artillerie en de Genie”. In 1995 stelde T. Goris (128 Pol) voor het reglement in overeenkomst te stellen met de praktijk, onder andere voor wat de toekenningsprocedure van de laureaat betreft. De raad van beheer vond het ook nodig de benaming van de Prijs aan te passen om elke verwarring te vermijden. Daar de praktijk aantoonde hoe moeilijk het was om de laureaat aan te duiden, gedeeltelijk omwille van een onvoldoende medewerking van de promotoren maar ook om de uitreiking van de prijs te laten samenvallen met de afscheidsceremonie van de promotie suggereerde T. Goris (128 Pol) de beste eindscriptie te selecteren op basis van een artikel met betrekking tot het werk. De benaming werd tegelijkertijd ingekort om beter overeen te stemmen met de gewoonte. In 2012 heeft de raad van bestuur bepaalde punten van het reglement nader omschreven, zoals de lengte opgelegd voor het artikel en de beoordelingscriteria.
De A.I.A. beslist een prijs in te stellen om ieder jaar de onderluitenant-leerling polytechnicus te belonen, die de beste eindscriptie ingediend heeft. Deze prijs draagt de benaming “Prijs van de A.I.A.“.
De jaarlijkse prijs is in princiepe ondeelbaar. In geval dat twee kanditaten ex- aequo zijn of dat de eindscriptie een collectief werk is mag de Raad van Bestuur beslissen de prijs te delen. De prijs bedraagt een som van zevenhonderd vijftig euro (750,00).
Indien, onder de door een promotie ingediende werken, geen enkel een beloning verdient, zal de prijs niet worden toegekend.
Aanduidingsproces van de laureaat
– Op de dag zelf waar ze hun eindscriptie aan hun eerste en tweede lezers moeten indienen worden de onderluitenant-leerlingen polytechniek, die kandidaat zijn voor de prijs, uitgenodigd een artikel van vijf A4 bladzijden, in verband met hun eindscriptie aan de KMS bij het secretariaat van de A.I.A. in te dienen. Dit artikel richt zich noodzakelijk tot een publiek van ingenieurs die niet gespecialiseerd zijn in het behandelde domein.
– Na afsluiting van de lijst der kandidaten, vormt de raad van bestuur van de A.I.A. een jury van 3 bestuurders die de artikels lezen en rangschikken op een puntenschaal tot 20, op basis van criteria als persoonlijke bijdrage en originaliteit van het werk, logica van de argumentatie en redactionele kwaliteiten.
– De jury overhandigt aan het bureau van de AIA een verslag met, voor elk ingediend artikel, de naam en voornaam van de auteur(s) evenals de becijferde nota. Hij adviseert eveneens over de beste artikels die kunnen voorgesteld worden als kandidaat voor de “ie-net prijzen”.
– De secretaris-generaal verzamelt de cijfers toegekend door beide lezers, door de jury van de mondelinge verdediging en door het leescomité van de artikels (gewicht * 3). Hij stelt vervolgens het gewogen gemiddelde op al deze punten, dat zal dienen als basis voor de eindrangschikking van de kandidaten.
– De aldus bekomen rangschikking wordt voorgelegd aan de Raad van Bestuur die de winnaar(s) vaststelt. Het mag eventueel eervolle vermeldingen toekennen aan werken die niet gelauwerd worden. De beslissing moet vallen voor de promotie de KMS officieel verlaat.
Zodra de beslissing van de Raad van Bestuur gekend is, zal de algemeen secretaris van de A.I.A. de laurea(a)t(en), de commandant van de KMS evenals de directeur van het academisch onderwijs schriftelijk verwittigen.
De prijs, samen met een erediploma, wordt door de voorzit(s)ter van de A.I.A. of zijn vertegenwoordiger aan de laurea(a)t(en) overhandigd tijdens de afscheids- plechtigheid van de promotie van de laurea(a)t(en).
L ́idée d ́offrir des prix a été émise en 1949 par E. THOMAS (96 AG) puis reprise par R. BUREAU (86 AG) en 1954. Une commission ad hoc chargée, d ́étudier la suggestion, rédigea en 1955 le premier règlement d ́octroi du prix destiné à récompenser chaque année le meilleur travail de fin d ́étude d ́un jeune polytechnicien. Ce règlement ne fut que très peu modifié, sauf en ce qui concerne le montant octroyé. Jusqu ́en 1995, ce prix portera le nom d ́origine : “Prix de l’Ecole d’Application de l’Artillerie et du Génie”. En 1995, T. GORIS (128 Pol) proposa de mettre le règlement en conformité avec l ́usage établi, notamment en ce qui concerne la procédure de désignation du lauréat. Le conseil d ́administration estima également nécessaire de modifier l ́intitulé du Prix pour éviter toute confusion. Constatant la difficulté pratique de désigner le lauréat, en raison notamment d ́une mauvaise collaboration de la part des promoteurs, mais aussi pour pouvoir remettre le prix lors de la cérémonie d ́adieu de la promotion, T. GORIS (128 Pol) suggéra de sélectionner le meilleur mémoire en examinant d ́abord un article qui s ́y rapporte. Simultanément, la dénomination du prix fut raccourcie pour mieux correspondre à l ́usage. En 2012 le conseil d’administration précisa certains points au règlement du prix, tels que la longueur imposée à l’article et les principaux critères d’appréciation.
L ́A.I.A. décide de créer un prix pour récompenser chaque année le sous- lieutenant élève polytechnicien qui a présenté le meilleur mémoire de fin d ́études. Cette récompense s ́intitule “Prix de l’A.I.A.”.
Le prix annuel est en principe indivisible. Dans le cas où deux candidats sont ex- aequo, ou que le mémoire est un ouvrage collectif, le conseil d’administration peut décider de partager le prix. Le prix consiste en une somme de sept cent cinquante euros (750,00 €).
Si, parmi les travaux présentés par une promotion, aucun ne mérite une récompense, le prix n ́est pas attribué.
Procédure de désignation du lauréat
– Le jour même où ils doivent remettre leur mémoire à leurs premier et deuxième lecteurs, tous les sous-lieutenants élèves polytechniciens, candidats au prix, sont invités à remettre au secrétariat de l ́A.I.A. un article de cinq pages au format A4, en rapport avec leur mémoire de fin d ́études à l ́ERM. Cet article doit impérativement s ́adresser à un public d ́ingénieurs non spécialisés dans le domaine traité.
– Une fois clôturée la liste des candidats, le conseil d ́administration de l ́A.I.A. désigne un jury de 3 administrateurs chargés de lire les articles et de les classer sur une échelle à 20 points sur la base de critères, tels que apport personnel et originalité du travail, logique de l’argumentation et qualités rédactionnelles.
– Le jury remet au bureau de l ́A.I.A. un rapport reprenant pour chaque article présenté le nom et prénom du (des) auteur(s), ainsi que la note attribuée. Il émettra également un avis sur les meilleurs articles à proposer comme candidat aux « ie-net-prijzen ».
– Le secrétaire général de l ́A.I.A. recueille les notes chiffrées attribuées par les deux lecteurs du mémoire, par le comité de lecture des articles et par le jury de la défense orale (poids * 3). Il établit ensuite une moyenne pondérée de toutes ces notes qui servira de base pour le classement final des candidats.
– Le classement obtenu est présenté au Conseil d’Administration qui entérine le résultat. Il peut éventuellement attribuer des mentions honorables pour certains travaux non primés. Cette décision doit être prise avant que la promotion quitte officiellement l ́ERM.
Dès que la décision du conseil d ́administration est connue, le secrétaire général de l ́A.I.A. en informe par écrit le(s) lauréat(s), le commandant de l ́ERM ainsi que le directeur de l ́enseignement académique.
Le Prix, accompagné d ́un diplôme d ́honneur, sera remis au(x) lauréat(s) par le président de l ́A.I.A. ou son représentant lors de la cérémonie d ́adieu de la promotion du (des) lauréat(s).
Grâce à la générosité de monsieur le Chevalier Georges MARTIN (président général de l ́A.I.A.de 1958 à 1961), l ́A.I.A. est en mesure d ́instaurer le prix “GEORGES MARTIN”. Ce prix estdestiné à encourager les membres de l ́A.I.A. qui effectuent des travaux scientifiques et vise à récompenser le plus méritant de ces travaux, pour autant que le mémoire présenté n ́ait pas déjà été soumis au jury de ce prix ou à d ́autres concours et qu ́il n ́ait jamais obtenu un quelconque prix. Les travaux de fin d ́études à l ́École royale militaire, qui font l ́objet d ́un autre concours organisé par l ́A.I.A., ne sont pas pris en considération.
Peuvent concourir tous les membres de l’AIA en ordre de cotisation et ce depuis au moins lesdeux années qui précèdent celle de l’introduction de leur candidature, à l’exception desanciens lauréats.
En principe, le prix n’est attribué qu’à un seul mémoire mais le jury est libre de partager leprix entre deux ou plusieurs travaux de valeur globale identique. Le jury peut aussi déciderde ne pas attribuer le prix si, par exemple, aucun des travaux présentés n’atteint la norme devaleur requise.
Sont admis les travaux dans le domaine des sciences pures ou appliquées, qui font partied’une des catégories suivantes :
– type 1 : mémoires qui sont le fruit d’une recherche qui s’étale sur une période deplusieurs années, par exemple une thèse de doctorat
– type 2 : mémoires qui sont le fruit d’un travail qui s’étale sur une période d’une,maximum deux années et qui furent introduits pour obtenir un brevet militaire ou un diplôme complémentaire. Appartiennent aussi à cette catégorie les rapports finals derecherche scientifique ainsi que les recueils d’articles traitant d’un même sujet etpubliés dans des revues scientifiques avec comité de lecture. Les textes présentés peuvent être rédigés dans l’une des trois langues nationales ou enanglais.
Le concours est organisé tous les deux ans. Le concours sera annoncé avec un an d’avance dans le bulletin de l’A.I.A., ou ce qui en tient lieu ; Cette annonce indiquera :
– la date ultime d’introduction des candidatures ;
– le montant du prix. Le montant est fixé à 1.250,00 euros mais le conseil d’administration est libre de le modifier pour autant que cela soit mentionné dans l’annonce.
Les membres qui proposent un mémoire doivent introduire leur candidature par écrit auprès du président général de l’A.I.A. Cette candidature comprendra les annexes suivantes :
– un curriculum vitae détaillé, qui précise dans quelles circonstances le travail a été effectué ;
– un engagement sur l’honneur que le travail présenté n’a jamais été primé ni présenté à un autre jury de concours ;
– une synthèse de maximum quatre pages dactylographiées de format A4, qui énonce la nature du travail et en donne les principaux résultats. La forme de cette synthèse serasuffisamment soignée pour qu’elle puisse être éventuellement publiée dans la revue del’A.I.A.
Les candidatures seront examinées par une commission ad hoc, désignée par le conseild’administration de l’A.I.A. Après examen de tous les documents introduits, cettecommission proposera au conseil d’administration les candidatures à retenir. Les auteurs Règlement version de novembre 2017 dont la candidature a été acceptée par le conseil d’administration seront alors invités à remettre au secrétariat de l’A.I.A. trois exemplaires des travaux qu’ils ont proposés.
En tenant compte des travaux retenus, le conseil d’administration constituera un jury qui sera présidé par le président général de l’A.I.A. Outre le président général, le jurycomprendra encore au moins trois personnes, parmi lesquelles :
– un Professeur de l’École royale militaire ;
– deux membres de l’A.I.A.
En cas de parité des voix, celle du président général est prépondérante.
Pour l’attribution du prix, le jury tiendra compte des facteurs suivants :
– la valeur scientifique des travaux ;
– l’importance des résultats obtenus ;
– les circonstances dans lesquelles les travaux ont été effectués ;
– les fonctions exercées par les candidats au cours de leur carrière
Door een schenking van de heer Ridder Georges MARTIN (algemeen voorzitter van de A.I.A.van 1958 tot 1961) is de A.I.A. in de mogelijkheid de periodieke prijs “GEORGES MARTIN” uitte reiken. Deze prijs is bedoeld ter aanmoediging van leden van de A.I.A. die wetenschappelijk werk verrichten en wil de meest verdienstelijke onder hen belonen, op voorwaarde dat het ingediende werk nog niet aan de jury van deze of andere wedstrijden werd voorgelegd, of dat nog nooit om het even welke andere prijs behaalde. De afstudeerwerken van de Koninklijke Militaire School, die het onderwerp zijn van een andere wedstrijd georganiseerd door de A.I.A., komen dus niet in aanmerking voor deze prijs.
Mogen meedingen naar de prijs alle leden van de A.I.A. in regel met hun lidmaatschap en dit sinds minstens twee jaar voorafgaand aan het jaar van de kandidatuurstelling , met uitzondering van vroegere laureaten.
In principe wordt de prijs slechts aan één werk toegekend, maar het staat de jury vrij de prijs te verdelen tussen twee of meer werken van identieke globale waarde. De jury kan eveneens beslissen de prijs niet toe te kennen indien bijvoorbeeld geen enkel van de aangeboden werken aan de gestelde waardenorm voldoet.
Worden aanvaard de scripties in het domein van de zuivere of toegepaste wetenschappen, die behoren tot één van de volgende types:
– type 1: scripties die het resultaat zijn van onderzoek dat over een termijn van verschillende jaren gespreid werd, bijvoorbeeld een doctoraatsthesis;
– type 2: scripties die het resultaat zijn van het werk dat over één, maximum twee jaren gespreid werd, en die ingediend werden ter verkrijging van een militair brevet of een aanvullend diploma. Tot dit type behoren eveneens de eindrapporten van wetenschappelijk onderzoek en een geheel van artikels over een zelfde onderwerp gepubliceerd in wetenschappelijke tijdschriften met leescomité. De voorgestelde teksten mogen opgesteld zijn in een van de drie landstalen of in het Engels.
De wedstrijd wordt om de twee jaar uitgeschreven. De aankondiging van de wedstrijd zal een jaar op voorhand gebeuren in het A.I.A. tijdschrift, of een ander rondschrijven van de A.I.A. Deze aankondiging zal vermelden:
– de uiterste datum van indienen van de kandidaturen vermelden ;
– het bedrag van de prijs. Het bedrag van de prijs is vastgesteld op 1.250,00 Euro maar het staat de beheerraad vrij dit bedrag te wijzigen mits voorafgaandelijke mededeling bij de aankondiging.
De leden die een werk voordragen moeten hun kandidatuur schriftelijk indienen bij de algemeen voorzitter van de A.I.A. Deze kandidatuur zal volgende bijlagen bevatten :
– een gedetailleerd curriculum vitae, dat de omstandigheden beschrijft waarin het werk gerealiseerd werd;
– een verklaring op eer dat het voorgestelde werk nooit een prijs behaalde noch werd voorgelegd aan een andere wedstrijdjury ;
– een samenvatting van maximaal vier getypte A4-bladzijden, die de aard van het werk en de belangrijkste resultaten ervan weergeeft. De vorm van deze samenvatting zal voldoende verzorgd zijn om eventueel in het A.I.A.-tijdschrift te worden gepubliceerd.
De kandidaturen zullen worden onderzocht door een commissie ad hoc, aangewezen door de beheerraad A.I.A. Na onderzoek van alle voorgelegde documenten zal deze commissie aan de beheerraad de werken voorstellen die in aanmerking komen voor de prijs.De auteurs van de kandidaturen die door de beheerraad werden aanvaard, zal gevraagd worden drie exemplaren van de door hen voorgestelde werken over te maken aan het secretariaat van de A.I.A.
De beheerraad zal, rekening houdend met de weerhouden werken, een jury samenstellen die door de algemeen voorzitter A.I.A. zal voorgezeten worden. . Naast de algemeen voorzitter bevat de jury nog minstens drie andere leden, waaronder:
– een hoogleraar van de Koninklijke Militaire School ;
– twee leden van de A.I.A.
Bij staking van stemmen is deze van de algemeen voorzitter bepalend.
Voor de toekenning van de prijs zal de jury rekening houden met volgende factoren:
– de wetenschappelijke waarde van de werken;
– de belangrijkheid van de behaalde resultaten;
– de omstandigheden waarin de werken uitgevoerd werden
– de functies die door de kandidaten bekleed werden tijdens hun loopbaan.